|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
03 Niet reduceerbaar complexe systemen
|
Menu | terug |
Een niet reduceerbaar complex systeem noemt men een samenstelling van afzonderlijke bestanddelen, waarvan elk afzonderlijk absoluut aanwezig moet zijn, om het totale systeem te laten functioneren. Wil een auto kunnen rijden, dan zijn er minimaal een motor, een koppeling, vier wielen en een stuurinrichting nodig. Dat een "primitieve oerauto" in een aanvankelijke "ontwikkelingsfase" ook zonder motor of zonder koppeling of zonder wielen zou hebben kunnen rijden, is even ondenkbaar als het denkbeeld dat de biodiversiteit van het aardse leven stapsgewijs zou kunnen zijn ontstaan.
Alle levende wezens bevatten niet reduceerbaar complexe systemen. Wordt een enkel onderdeel van zulk een systeem verwijderd, dan stort het hele systeem ineen, ofwel de totaalfunctie van het systeem staat stil. Zulke systemen kunnen niet stapsgewijs opgebouwd worden, omdat zij zonder een bepaald minimum aan onderdelen niet kunnen functioneren, of levensvatbaar zijn.
Over deze problematiek heeft Charles Darwin zich reeds uitgelaten. In zijn boek "Het ontstaan van soorten" schrijft hij: "Wanneer men kan aantonen, dat er één of ander complex orgaan bestaat, dat niet door eens reeks van op elkaar volgende kleine veranderingen gevormd kan worden, zal mijn theorie absoluut ineenstorten."
Darwin was in dit opzicht nog heel nuchter. Indien hij geweten had, wat we nu weten, dan zou hij zijn boek waarschijnlijk niet gepubliceerd hebben. Echter in de afgelopen 150 jaar is de evolutietheorie tot een zodanig machtige mythe geworden, dat veel vaklieden door de bomen het bos niet meer zien.
Reeds de eenvoudigste cel heeft een speciale behuizing, mechanismen om de stofwisseling te regelen, mechanismen voor het aflezen, schrijven en kopiëren van het DNA, enzovoorts, nodig.
Verdere voorbeelden zijn: organen van de mens zoals oog, oor of hersenen, kniegewricht, vliegsystemen van vogels, vleermuizen en insecten, talrijke symbiotische levensgemeenschappen, het immuunsysteem, de fotosynthese, het intracellulaire proteïnetransport, enzovoorts (1).
Voor de "productie" van deze systemen hoort ook de voorziening van de afzonderlijke componenten. Zij moeten bij elkaar passen en in staat zijn, hun taak vanaf het begin foutloos te vervullen. De biochemicus Michael J. Behe meldt, dat in de afgelopen 17 jaar geen enkel vaktijdschrift (!) iets over de noodzakelijke tussenvormen gedurende de ontwikkeling van complexe biomoleculaire structuren gepubliceerd heeft (2). Dat zou te denken moeten geven. Hierna volgen drie voorbeelden van niet reduceerbaar complexe systemen:
De bacteriemotor (3):
|
Bacteriemotor, schema en 3D model:
De meest eenvoudige bacteriemotor benodigt een chemosensor, een stuurproteïne, een as, een hoekstuk, een zweepstaartje, een motor en een lager. De motor is in het buitenste membraan, de celwand en het cytoplasmamembraan verankerd. Met behulp van een koppeling kan de bacterie stil staan, zich vooruit of achteruit bewegen.
|
| |
Bepaalde bacteriën hebben de mogelijkheid, zich met behulp van een motor voort te bewegen. De rotor van deze motor is met een flagel (zweepstaartje) verbonden, die tot draaien gebracht wordt, waardoor de bacterie een voorwaartse beweging krijgt. Dit mechanisme bestaat uit minstens negen verschillende onderdelen, die alle precies moeten zijn samengesteld, wil het fungeren. Een stapsgewijs ontstaan van zulk een mechanisme, waarbij elke afzonderlijke (!) tussenstap een praktisch overlevingsvoordeel brengt, is niet denkbaar. De talrijke tussenstadia zouden het doel (voortbewegen) niet alleen slechter, maar helemaal niet dienen.
Metamorfose, bijvoorbeeld bij vlinders:
De vlinder begint zijn leven evenals vliegen, bijen en kevers in een ei, waaruit een rupsje kruipt, die zich vooral bezig houdt met eten. Zij wordt snel groter en vervelt meerdere malen. Tenslotte komt het tot een eerste transformatie van rups naar pop. In de pop ontstaat een nieuw schepsel met volledig nieuwe organen: de vlinder.
Deze gedaanteverandering, metamorfose, van de rups naar de pop en dan naar vlinder vormt een niet reduceerbaar complex systeem. Metamorfosen komen in verschillende vormen ook bij andere diersoorten voor (amfibieën, holtedieren en anderen).
Metamorfose en gastheerwisseling, bijvoorbeeld bij de kleine zuigworm:
Van parasitaire platwormen, bijvoorbeeld leverbot, zijn gecompliceerde transformaties met meerdere tussenstappen en gastheerwisseling bekend. Zulke ontwikkelingscycli kunnen zich niet in kleine ontwikkelingsstappen gevormd hebben. Alle schakels in de ontwikkeling zijn noodzakelijk. Ontbreekt er één, dan sterft het dier.
|
Stelling 04 | Menu |
terug |
(1) Michael J. Behe, Darwin´s black box: The Biochemical Challenge to Evolution, The Free Press, New York, 1996, deutsche Übersetzung: Resch-Verlag, 2007, S. 87-225.
(2) Michael J. Behe, Nicht reduzierbare komplexe Systeme, factum Juli/August 1998, S. 32-39.
(3) Michael J. Behe, Darwins Black Box, Resch-Verlag, 2007, S. 118-119.
(Afbeelding Bacteriemotor, schema und 3D model) Junker und Scherer, Evolution, ein kritisches Lehrbuch, Weyel, 2006, S. 155 159.
|
Comment this Site!
|
|
|
|
|
|