|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
62 Metalliciteit van ver verwijderde objecten
|
Menu | terug |
Volgens de oerknaltheorie bestonden in het begin alle objecten in het universum uit waterstof en helium. Pas door supernova-explosies zouden zich na miljarden jaren langzamerhand zware elementen gevormd hebben. Toch is er geen systematisch verschil vast te stellen in de metalliciteit (aanwezigheid elementen) tussen ver verwijderde objecten en objecten dichtbij. Dit weerspreekt het model van de oerknaltheorie. Het licht, dat we tegenwoordig van ver verwijderde hemellichamen zien, zou volgens de oerknaltheorie miljarden jaren onderweg zijn geweest, voor het ons bereikte, en zo een blik in het verre verleden bieden.
Vaak wordt beweerd, dat het licht, dat wij van ver verwijderde objecten waarnemen, een blik in het verleden van het universum zou geven. Dit licht zou naar men zegt vele miljarden jaren onderweg zijn geweest, voor het ons bereikte. De systematische verschillen in metalliciteit die men volgens de oerknaltheorie tussen ver verwijderde en dichtbij gelegen objecten zou verwachten, zijn echter niet eenduidig vast te stellen (1) (2).
Metalliciteit:
Indien men het licht (dat wil zeggen het kleurenspectrum) van hemellichamen analyseert, dan kan men tamelijk nauwkeurig schatten, hoeveel van welk element zich in het betreffende hemellichaam bevindt. Daarbij is het begrip metalliciteit een gebruikelijke aanduiding voor de aanwezigheid van elementen, die zwaarder zijn dan waterstof en helium. Volgens de oerknaltheorie ontwikkelen zich het waterstof en de helium in de sterren in een miljarden jaren durend proces tot steeds zwaarder wordende isotopen. Ervan uitgaand, dat in het begin uitsluitend waterstof en helium voorhanden was, trekt men conclusies over de ouderdom van een object.
Op basis van de roodverschuiving van het licht van sterrenstelsels bepaalt men hun afstand. De sterrenstelsels, die het verst verwijderd zijn, zouden volgens de oerknaltheorie nog in de beginfase van hun ontwikkeling te zien moeten zijn. Nieuwe metingen hebben echter aangetoond, dat met betrekking tot de metalliciteit geen eenduidig verschil tussen dichtbij (dat wil zeggen oude) en ver verwijderde (dat wil zeggen jonge) sterrenstelsels bestaat (3).
Roterend universum:
Volgens de relativiteitstheorie ontstaat er ook een roodverschuiving van het licht, indien zich een object dwars ten opzichte van de waarnemer (transversaal) beweegt (4). Daarom kan het zijn, dat het universum aanzienlijk kleiner is dan men volgens de oerknaltheorie aanneemt en dat het om een as draait, die mogelijk door onze Melkweg gaat. Indien dit waar is, dan zou de geschatte ouderdom van het universum drastisch gereduceerd moeten worden.
|
Stelling 63 | Menu |
terug |
(1) Anna Frebel, Auf der Spur der Sterngreise, Spektrum der Wissenschaft, Sept. 2008, S. 24-32.
(2) Peter Bond, First stars seen in distant galaxies, Royal Astronomical Society Meeting, 5. April 2005.
(3) Norbert Pailer und Alfred Krabbe, Der vermessene Kosmos, Hänssler, 2006, S. 64-66.
(4) Andreas Müller, wissenschaft-online.de, August 2007, http://www.wissenschaft-online.de/astrowissen/lexdt_d02.html
|
Comment this Site!
|
|
|
|
|
|