89  Het menselijk oog

Menu  |  terug

Het netvlies van het menselijk oog bevat 126 miljoen pixels (beeldpunten). Een gemiddelde digitale camera van tegenwoordig heeft "slechts" 6 miljoen pixels. De signalen van de pixels in het oog worden eerst door speciale zenuwcellen "gecomprimeerd" en lopen dan over ongeveer 12 miljoen zenuwdraden naar de hersenen. Hierbij moet elke afzonderlijke zenuwdraad verbonden zijn met een bepaalde plaats in de hersenen, opdat het beeld in de hersenen op correcte wijze ontstaat. Deze positionering van de zenuwdraden kan onmogelijk   in een stapsgewijs, toevallig proces zijn ontstaan. Het wordt nog complexer, omdat de draden op weg naar de hersenen gekruist, uitgewaaierd en naar verschillende plaatsen geleid moeten worden.



Op het netvlies van het menselijke oog wordt het beeld, dat we zien, in elektrisch signalen omgezet. Een zeer groot aantal zenuwdraden leidt de signalen vanaf het netvlies naar verschillende gebieden in de hersenen. Pas in de hersenen ontstaat de waarneming van het beeld.

Hoe is het mogelijk, dat bij de groei van een levend wezen elk afzonderlijk van deze miljoenen zenuwdraden vanaf het netvlies naar de juiste plaats in de hersenen geleid wordt. Is het voor te stellen, dat door "trial and error" langzamerhand elke afzonderlijke zenuwdraad op de juiste plaats aankomt?



Oog   Doosnede oog
Oog   Doorsnede oog


De gele vlek (de plaats in het oog met de grootste scherpte) bevat ongeveer 15.000 pixel. Hun signalen worden in het netvlies verzameld en naar de hersenen geleid. Het aantal verschillende verbindingsmogelijkheden met de hersenen bedraagt meer dan 10^80 (een één met 80 nullen). Zo groot is ongeveer het aantal atomen in het gehele universum. Nu bevat het netvlies niet slecht 15.000 pixels, maar 126 miljoen. Hun signalen worden weliswaar in het netvlies tot een miljoen gereduceerd, maar een toevallig tot stand komen van de juiste positionering van deze zenuwdraden mag daarom onmogelijk genoemd worden (1).

Wanneer men het vermogen om diepte te zien meetelt, wordt alles nog complexer. Om een ruimtelijke indruk door de hersenen te laten aanmaken, moeten beide ogen op hetzelfde onderwerp gericht zijn. De beelden van de beide ogen bevatten op basis van de ruimtelijke verhoudingen systematische verschillen. Uit de verschillen der beeldpunten van de beide ogen berekent het brein de afstand. Dit geschied afzonderlijk voor elk beeldpunt. Indien de zenuwdraden niet exact op de juiste plaats in de hersenen eindigen, is het vermogen om diepte te zien onmogelijk.

Er is zonder twijfel een extreem briljant intelligent wezen nodig, die in het DNA het programma voor de fabricage van zulk een uitermate complexe constructie kon schrijven (2).


Stelling 90  |  Menu
terug


(1)  David E. Stoltzmann, The Specified Complexity of Retinal Imagery, CRSQ 43/1, Juni 2006, S. 4-12.

(2)  Wolf-Ekkehard Lönnig, Auge widerlegt Zufalls-Evolution, 2. Auflage, Naturwissenschaftlicher Verlag Köln, 1989, http://www.weloennig.de/AuIEnt.html 


Afbeelding "Oog" http://www.flickr.com/groups/beautifuleyes/discuss/72157594473911678/

Afbeelding "Doorsnde oog" http://www.computerogen.nl/klachten.html
 

Comment this Site!