41 - 51   Radiometrie en geofysica

Menu  |  terug

Om de ouderdom van bepaalde steenlagen of organische monsters te bepalen, gebruikt  men heel vaak de radiometrische meetmethoden. Daarbij wordt het gegeven gebruikt, dat veel materialen die moeten worden onderzocht, instabiele (radioactieve) isotopen bevatten of bevat zouden kunnen hebben.

De meeste isotopen zijn van nature instabiel, dat betekent, dat zij vroeg of laat tot andere isotopen vervallen. Indien men de verhouding van dochter- tot moederisotoop meet, kunnen op basis van de halfwaardetijd* van het moederisotoop conclusies over de radiometrische ouderdom van het betreffende monster verkregen trekken. Bovendien laat de straling, die bij zulke vervalprocessen vrij komt, ten dele zichtbare stralingsschade (stralingspatronen en/of splijtingssporen) achter, die eveneens geïnterpreteerd kan worden.


Om radiometrische metingen te kunnen gebruiken, moeten drie dingen worden aangenomen:

a)   De halfwaardetijd moet tijdens de gehele vervaltijd constant gebleven zijn.

b)   Er mogen geen moeder- of dochterisotopen ontwijken of toegevoegd worden.

c)   De omstandigheden bij het begin moeten bekend zijn.


Aan de hand van de omstandigheden bij het begin, die onder c) vereist worden, kan voor de meeste geologische lagen een radiometrische ouderdom van vele miljoenen jaren berekend worden. Men krijgt echter systematische afwijkingen, indien hetzelfde materiaal met verschillende meetmethoden geanalyseerd wordt. Enige bevindingen geven een indicatie, dat op onze aarde tenminste tijdelijk een versneld radioactief verval zou hebben plaatsgevonden, zodat a) dus niet meer geldt.

Omdat een groot deel van de niet-radiometrische ouderdomsbepalingsmethoden uit geologie, paleontologie en geofysica een factor van enkele tientallen lagere ouderdomswaarde levert (!), moeten de resultaten van de conventioneel geïnterpreteerde radiometrie kritisch onder de loep genomen worden.

Hoe groot de fouten op dit gebied van de wetenschap zijn, toont de aantoonbaar 200 jaar oude lava op Hawaii, die volgens de radiometrische meetmethode een leeftijd heeft van enkele miljoenen jaren (1) (2).



41  Afwijkingen in de radiometrie
42  Accelerator Mass Spectrometer (AMS)
43  Uranium, helium en lood in Zirkoon
44  Radioactief verval tot lood
45  Radioactief verval bij plasmatemperaturen
46  Uranium en polonium stralingspatronen
47  Helium uit het binnenste der aarde
48  Magneetveld van de aarde
49  Zoutbergen en zoutgehalte van de zeeën
50  Nikkel in het zeewater
51  Aardolie, steenkool en versteend hout



41  Afwijkingen in de radiometrie

Aangezien de resultaten van verschillende radiometrische meetmethoden bij hetzelfde gesteente systematisch aanzienlijk verschillen, moet bij de meetmethoden en/of hun waardebepaling een systematische fout aanwezig zijn.


42  Accelerator Mass Spectrometer (AMS)

Metingen met een moderne Accelerator Mass Spectrometer (AMS) aan   koolstofhoudende materialen zoals grafiet, marmer, antraciet en diamanten tonen een ouderdom van minder dan 90.000 jaar, desondanks wordt hen een vele miljoenen jaren hoge ouderdom toegeschreven.


43  Uranium, helium en lood in Zirkoon

In gesteentelagen, die naar men zegt miljarden jaren oud zijn, kan men    zirkonen vinden, die op basis van hun heliumgehalte waarschijnlijk slechts 4.000 tot 8.000 jaren oud zijn.


44  Radioactief verval tot lood 

Naast uranium-238 vervallen 52 andere elementen met een halfwaardetijd van enige microseconden tot enige duizenden jaren eveneens tot lood-206, waarmee in de berekeningen van de conventionele radiometrie geen rekening wordt gehouden.


45  Radioactief verval bij plasmatemperaturen 

Indien men de radioactieve materialen tot op plasmatemperatuur verwarmt, zinkt de halfwaardetijd van bijvoorbeeld uranium-238 van 4,5 miljard jaar naar 2,09 minuten; dit weerspreekt de visie, dat de halfwaardetijden van radioactieve elementen constant zijn.


46  Uranium en polonium stralingspatronen

De veel voorkomende uranium- en poloniumstralingspatronen in het graniet van het  Paleozoïcum-Mesozoïcum verwijzen naar één of meerdere fasen van voorbijgaand versneld radioactief verval.


47  Helium uit het binnenste der aarde

De uit het binnenste van de aarde uittredende hoeveelheid helium is slechts 4% van de hoeveelheid, die men op basis van de eveneens uittredende warmte verwacht, hetgeen een ouderdom van de aarde van 4,5 miljard jaar weerspreekt.


48  Magneetveld van de aarde

De gemeten continue afname van het aardmagneetveld wijst op een ouderdom van de aarde van minder dan 10.000 jaar.


49  Zoutbergen en zoutgehalte van de zeeën

Indien de huidige processen van in- en uitvoer van zout in de wereldzeeën 3,5 miljard jaar geduurd zouden hebben, dan zouden de wereldzeeën 56 maal     zoveel zout bevatten.


50  Nikkel in het zeewater

Aan de hand van de hoeveelheid nikkel, die jaarlijks door de rivieren in de zeeën wordt getransporteerd en het huidige nikkelgehalte van de oceanen laat zich berekenen, dat de huidige processen sedert maximaal 300.000 jaar plaatsvinden.


51  Aardolie, steenkool en versteend hout

De bewering, dat er lange tijdsperioden nodig zijn, voor de vorming van olie, steenkool of versteend hout, werd experimenteel weerlegd.


Kosmologie en oerknaltheorie  |  Menu
terug


* De halfwaardetijd is de tijdsduur, die nodig is, tot van een bepaald radioactief materiaal de helft vervallen is.

(1)  G.B. Dalrymple, The Age of the Earth, Stanford University Press, 1991, S. 91.

(2)  Andrew A. Snelling, "Excess Argon": The "Achilles´ Heel" of Potassium-Argon and Argon-Argon "Dating" of Volcanic Rocks, Institute for Creation Research, 1999, http://www.icr.org/article/excess-argon-achillies-heel-potassium-argon-dating



Comment this Site!






M.Nieuweboer wrote:
Voor radiometrie zijn maar twee gegevens nodig: de verhouding tussen het radio-actieve materiaal en zijn vervalproducten plus de halfwaardetijd. Dan kan de leeftijd van een voorwerp middels een logaritmische functie berekend worden. Voorbeeld: een bepaald

edgar korteweg wrote:
@ nieuweboer..
"Van variabele halfwaardetijden is nooit iets gebleken middels observatie of experiment. Dat komt uit de dikke duim."

dan heb ik een teleurstellende mededeling voor u mr Nieuweboer: Peter sturrock,Jerre Jenkins en Efraim fishbach van d