80  Weerlegging van het materialisme

Menu  |  terug

De mens is in staat, informatie te scheppen. Aangezien deze informatie van niet-materiële aard is, kan zij niet afkomstig zijn van ons materiële deel (lichaam).  Hieruit kunnen wij concluderen, dat de mens een niet-materiële component (ziel, geest) moet hebben.


(Toepassing van NWI-1, NWI-2)


Onderbouwing:

In de evolutie- en moleculaire-biologie wordt uitsluitend materialistisch gedacht. Dit reductionisme (uitsluitende verklaring binnen het kader van de materie) is in feite tot een dogma verheven. Met behulp van de informatiewetten kunnen wij het materialisme als volgt weerleggen:

Wij hebben allen de vaardigheid nieuwe informatie aan te maken. Wij kunnen gedachten in brieven, verhalen en boeken vastleggen of creatieve gesprekken voeren. Hiermee verwekken wij een niet-materiële grootheid, namelijk informatie. Dat wij voor opslag en doorgifte van informatie een materiële drager nodig hebben, verandert niets aan het wezen van informatie.

Hieruit kunnen wij een heel belangrijke conclusie trekken, namelijk, dat wij naast ons stoffelijke lichaam nog een niet-stoffelijke component moeten hebben. De filosofie van het materialisme, die zijn sterkste manifestatie vond in het marxisme-leninisme en in het communisme, is met behulp van  de natuurwetten over informatie wetenschappelijk weerlegd.


Bijbelse aanwijzing:

De Bijbel bevestigt, dat de mens niet zuiver stoffelijk is (1). Het lichaam is het stoffelijke deel van de mens, terwijl ziel en geest niet-stoffelijk zijn (2).


Stelling 81  |  Menu
terug


(1)  Mozes, de Bijbel, Genesis 2:7

(2)  Paulus van Tarsus, de Bijbel, 1 Thessalonicenzen 5:23



Comment this Site!