|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
65 - 75 Filosofie
|
Menu | terug |
In de moderne wetenschap is het naturalisme tot het leidende paradigma geworden. "Naturalistisch" kan elk leer genoemd worden, die alleen de natuur als basis en standaard van alle verschijnselen beschouwd. Dit naturalistische uitgangspunt is vooral ontstaan uit de motivatie, om zich van bovennatuurlijke fenomenen in religieus verband af te bakenen. Hierbij wordt het bestaan van wonderen, bovennatuurlijke wezens of geestelijke inzichten afgewezen.
Voor het naturalistische wereldbeeld is de evolutie-, oersoep- en oerknaltheorie van grote betekenis. Men moet echter de naturalistische wereldbeschouwing vanuit sommige filosofische overleggingen betwijfelen. Zo is bijvoorbeeld het in de evolutietheorie vaak gebruikte begrip "toeval" in de zin van ontwerp-, doel- en zinloosheid een vage bewering zonder enige inhoud.
Waarom vindt men overal in het universum tekenen van teleologie (doelgerichtheid) en planning? Hoe komt de mens ertoe, naar de zin van het leven te vragen? Hoe laten zich ondoelmatige schoonheid en natuurlijke volmaaktheid verklaren? Deze en andere vragen blijven in het dogma van de evolutietheorie onbeantwoord.
65 Paradigma der evolutie 66 Naturalistisch wereldbeeld 67 Dogma van de evolutietheorie 68 Evolutionaire psychologie 69 Toevallige processen 70 Causaal evolutieonderzoek 71 Homologe organen 72 Natuurlijke perfectie 73 Teleologie en planmatigheid 74 Zin des levens 75 Ondoelmatige schoonheid
|
65 Paradigma der evolutie
De huidige wetenschap onderzoekt onder het paradigma van de evolutie (macro-evolutie-, oersoep- en oerknaltheorie), waarvan de basisbegrippen niet bewezen kunnen worden.
66 Naturalistisch wereldbeeld
Het gelukt niet, de wereld met zuiver natuurkundige grootheden te verklaren, want men weet niet, waar het natuurlijke ophoudt en het bovennatuurlijke begint.
67 Dogma van de evolutietheorie
De evolutietheorie is van filosofische oorsprong (Verlichting, Rationalisme, Naturalisme) en daarom in wezen een religieus dogma met een wetenschappelijk jasje.
68 Evolutionaire psychologie
Veel beweringen bij de evolutionaire psychologie blijken cirkelredeneringen of zijn zo vaag en algemeen geformuleerd, dat men hen slechts als geloofwaardig klinkende bedenksels kan beschouwen, die niet te bewijzen of te weerleggen zijn.
69 Toevallige processen
De onderbouwing van de macro-evolutie met de combinatie van de factoren toevallige mutatie en noodzakelijke selectie is op grond van toevalsbegrippen per saldo steeds substantieloos, dat wil zeggen zonder zeggingskracht.
70 Causaal evolutieonderzoek
Het causale evolutieonderzoek kan middels proefondervindelijke wetten (beschrijving van berekenbare en voorspelbare gebeurtenissen) onmogelijk een volgens haar eigen theorie toevallige, dus onberekenbare en onvoorspelbare ontwikkeling bewijzen.
71 Homologe organen
Overeenkomsten (homologe organen) zijn geen bewijs voor afstamming; zij tonen slechts, dat bij de verschillende levende wezens dezelfde basisprincipes worden toegepast.
72 Natuurlijke perfectie
De constatering, dat er in de vrije natuur geen half klare ecosystemen bestaan en de meeste levende wezens een bijdrage aan het gemeenschappelijk welzijn van het totale ecosysteem leveren, weerspreekt een toevallige ontwikkeling.
73 Teleologie en planmatigheid
De doelgerichtheid (teleologie) en planmatigheid, die in de ganse natuur herkenbaar zijn, weerspreken het dogma van het toevallig ontstaan van de ontelbare kosmische en biologische structuren.
74 Zin des levens
De vraag naar de zin van het leven kan vanuit de evolutieleer niet worden beantwoord.
75 Ondoelmatige schoonheid
De in de natuur voorkomende ondoelmatige schoonheid kan met de naturalistische benadering niet verklaard worden.
|
Informatietheorie | Menu |
terug |
|
Comment this Site!
|
|
|
|
|
|